Visie en missie
Voor klassieke muziek bestaat steeds minder belangstelling. Zalen lopen leeg, muziekgezelschappen maken zich zorgen om hun voortbestaan. Hoe komt dat?
Ten eerste doordat het muziekonderwijs al decennialang wordt verwaarloosd. Veel jongeren komen nooit in aanraking met klassieke muziek. Degelijk muziekonderwijs, gewoon in het basis- en voortgezet onderwijs, is hard nodig. Daarin zouden alle muzieksoorten aan bod moeten komen, dus ook de klassieke. Want klassieke muziek is een belangrijk deel van ons gezamenlijk cultureel erfgoed en daarmee van onze identiteit. Waarom leren kinderen en jongeren niet gewoon noten lezen, en zingen of een instrument bespelen? Al is het maar een paar jaar. Ook al haken ze daarna misschien af, de basis is gelegd. En die levert op zijn minst een hoop muziekliefhebbers op.
Ten tweede is het te wijten aan de klassieke muziekwereld zelf. Die is zeer gesloten en kent een aantal ongeschreven regels. De belangrijkste regel – die wat mij betreft negatief uitwerkt – is het academisme. Vanaf ongeveer 1960 raakt het ‘clean‘ spelen of zingen in zwang. Dat wil zeggen: netjes spelen of zingen wat er staat, met zo weinig mogelijk persoonlijke invulling. Want dat laatste werd gezien als ‘romantisch’, en dat wilde men niet meer. Maar helaas leidde die cleane aanpak tot een steeds grotere drang naar perfectie en een steeds onpersoonlijker manier van muziek maken. Daarmee werd het kind met het badwater weggegooid. ‘Romantisch’ werd verward met doorleefd, persoonlijk, emotioneel en kwetsbaar. De Romantische stijlperiode hebben we inderdaad allang achter ons gelaten. Maar wie zijn gevoel niet durft te laten spreken in de muziek, niet kwetsbaar durft te zijn, haalt de ziel uit de muziek.
Tegelijk met de academische trend was er nog een belangrijke ontwikkeling, namelijk de verbetering van de opnametechniek. In de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw was een opname nog per definitie live, pas later ontstonden de knip- en plaktechnieken. Daarmee konden foutjes en oneffenheden in een opname gecorrigeerd worden. Het product ‘muziek’ was geboren! Tegenwoordig bevat een gemiddelde klassieke cd 200 cuts – geknipte en geplakte stukjes… De keerzijde van al die technische ingrepen was dat uitvoerend musici geacht werden en worden net zo perfect te spelen of zingen als op een cd. Klassieke muziek werd zo een zaak van reproductie. Niemand realiseerde zich kennelijk dat het streven een cd na te doen hoogst onnatuurlijk is en – opnieuw – de ziel uit de muziek haalt.
Deze twee trends versterkten elkaar in negatieve zin. Tot op de dag van vandaag hebben we met de gevolgen ervan te maken. Waarom blijven jonge luisteraars weg uit de klassieke zalen? Ten dele omdat ze de muziek niet kennen, maar vooral omdat ze niet geraakt worden. En dat willen ze natuurlijk wel – gelukkig maar. Daarom is het hoog tijd om afscheid te nemen van het onnatuurlijke, onpersoonlijke perfectionisme. Hoog tijd om weer vanuit het eigen gevoel te gaan musiceren, geraakt te worden en anderen te raken. Hoog tijd om klassieke muziek opnieuw een tijdkunst te laten zijn, waarin tijdens een uitvoering verrassende dingen kunnen gebeuren. Hoog tijd om de essentie, de diepgang en de boodschap in klassieke muziek te herontdekken en te ontsluiten voor luisteraars en beoefenaars. Daar werk ik graag aan mee.